Klaas en Karin, een jong koppel, wonen samen met hun twee zoontjes Ezra en Jafeth twee jaar in het dorpje Grafhorst. Voor Karin is het als thuiskomen, ze is hier geboren en getogen. Op het moment dat ze bijna de sleutel van dit huis krijgen en hun tweede kindje verwachten, staat plotseling hun wereld op z'n kop. Klaas krijgt onverwachts een hartstilstand. Hij kan zijn werk als politieagent niet meer oppakken en brengt de meeste tijd thuis door. Bij de verhuizing ligt de focus natuurlijk op zijn gezondheid, waardoor de inrichting van hun huis blijft liggen. Behalve het overschilderen van de felgekleurde muren naar beige, is er weinig veranderd. Voor Klaas betekent een fijn thuis rust en orde, met klassieke elementen, ronde vormen en voldoende opbergruimte. Karin daarentegen is praktisch ingesteld, maar houdt van warme, natuurlijke kleuren en materialen. Ze gunt het gezin - en vooral Klaas - een echt thuis. Het is hoog tijd voor een nieuwe start.