Sandra van Raalten wordt 30 november 1984 dood aangetroffen in een van de paskamers van boetiek Manouk aan de Westzijde in Zaandam. Ze is vastgebonden aan handen en voeten met repen gordijn en haar mond is gekneveld met een zakdoek. De eerste verdachte is de Zaanse fietsenmaker Rob van Zaane. Hij gaat veel om met Sandra en heeft een voorliefde voor SM en dus vastbinden. Hij wordt veroordeeld en later toch vrijgesproken als er twee andere verdachten in beeld komen: Kemal en zijn vriend Sukrija. Zij stonden hun bebloede handen te wassen in emmertjes water op de Zaanse dijk. Maar waar zijn deze mannen eigenlijk? Het is een zenuwslopend proces rond de onschuldige fietsenmaker, die vanwege zijn vriendschap met Sandra en zijn voorliefde voor SM een gevangenisstraf van twaalf jaar krijgt opgelegd.